Groene selderij behoort tot de schermbloemenfamilie en heeft in vergelijking met de snijselderij minder stelen. Hij is winterhard. Rond Antwerpen en Mechelen is dit de groene, zeer courante soepselderij. De plant wordt in zijn geheel geoogst.
Stengels en stelen zijn eigenlijk de transportbaan van essentiële voedingsstoffen. Ze bestaan dus grotendeels uit vezels. Ook bij selderij proef je veel vezels. Naarmate de stengels ouder worden, wordt het vezelrijke materiaal alsmaar meer versterkt met onoplosbare cellulose.
Je kunt soms niets anders doen dan de vezels weghalen of in zulke kleine stukjes snijden dat de vezels niet meer storen.
Over groene selderij kun je praktisch het hele jaar door beschikken, van februari tot december.
Groene selderij bevat veel vitamine A, die in knolselderij ontbreekt. Elke selderijsoort bevat kalium, fosfor, natrium en calcium. Selderij is arm aan calorieën.
Van selderij kun je soep maken, je kunt selderij meestoven, de blaadjes gebruiken als kruid (net voor het serveren), er spaghettisaus van maken,... De blaadjes moeten frisgroen en droog zijn; niet slap en zeker niet donker en nat. Selderij heeft een sterk aromatische smaak, daarom voeg je maar beter niet te veel in een keer toe.
Selderij wordt vaak gebruikt als mosselgroente, samen met ui. Je kunt van de selderijblaadjes een pesto maken. De selderij gebruik je dan in de plaats van basilicum.